Op pad XIII - Reisverslag uit Braşov, Roemenië van Henk Vriend - WaarBenJij.nu Op pad XIII - Reisverslag uit Braşov, Roemenië van Henk Vriend - WaarBenJij.nu

Op pad XIII

Blijf op de hoogte en volg Henk

19 Augustus 2014 | Roemenië, Braşov

Ingesloten! Ben ik vroeg opgestaan blijkt de beheerder van het pension gevlogen en de buitendeur afgesloten. Geen ander telefoonnummer dan een dat niet meer bestaat. Het is zes uur, politie gebeld: ik wil hier uit.! Politie komt, spreekt mensen aan die al op straat zijn, een van hen weet een telefoonnummer en ja, daar komt iemand aan met de sleutel. Ze is boos op mij, vindt mij “stupid”, omdat ik de politie heb gebeld. Zij kan nog wel iets verbeteren aan de dienstverlening. Een halfuur later dan gewenst weer op pad. Er komt regen, zoveel is duidelijk aan de luchten en het wordt ook drukkend warm. Dorpje in, dorpje uit , heuvel op en af en dan doemt de petrochemische industrie op aan de horizon. Daar moet ik om heen om de boulevard van Mamaia te bereiken. Brug over en links af.
Mamaia is een strip met aan beide zijden water. Het is het Scheveningen van Roemenië in het hoogseizoen. Kilometers boulevard, vierbaans, hotels, nieuwe appartementen die te koop staan, kraampjes langs de weg die daar nauwelijks kunnen staan, auto’s die er eigenlijk niet kunnen stoppen. Alles schreeuwt, een heksenketel van schaars geklede mensen en gemotoriseerd verkeer. De boulevard leidt naar Constansa, en via een zijweg rijd ik naar het oude centrum, naar de Farul Genova (Genuaanse vuurtoren). Eindpunt van de Limesroute.
Van de oude stad is niet veel bewaard, een oude moskee toont iets van het oosterse verleden van de stad, en er zijn musea. Het begint te regenen. Regen geeft zegen, in dit gebied is dit wel van node. Ik gebruik de lunch op het terras van een restaurant dat zich met ‘traditional Romanest’ afficieert. Het menu is zalm met marmalica. Het dessert cletite (pannenkoeken). Inderdaad traditioneel. Daarna op het station geïnformeerd naar de vertrektijden, ik ga naar Sibiu. Dat kan vanmiddag al, rechtstreeks via Boekarest, aankomst morgenvroeg om zeven uur. Deze trein kent geen slaapwagon. Voor 90 lei tickets gekocht, inclusief die van 4 Lei voor mijn fiets. Vier uur de tijd om de stad nog even in te gaan. Een koffieshop heeft een menukaart voor koffie. Mijn favoriet is Kardamon. Een koffiekannetje wordt met vaardige hand, tien minuten lang op een warme plaat bewogen, schuivend, door een schone met Oosters uiterlijk. Haar toewijding en het servies maakt deze koffie exotisch.
De trein is een dubbeldekker, plaats genoeg voor de fiets, maar de reizigers zitten knie aan knie. Dit worden twaalf uren van afzien. De trein is vol reizigers, het is vakantietijd en druk bovendien door een extra vrije dag deze week, de ‘Maria naamdag’, donderdag.
Via Sibiu ga ik op verjaardagsvisite, op de 19e, in Bumbuesti. Dit dorp ligt in het zuidelijkste deel van de Karpaten. Vandaag is het 15 augustus, ik kan daar op tijd zijn, en voeg daarmee nog 150 km toe aan de bijna 4000 van deze trip.
De avond valt, het wordt nacht in de trein, ieder probeert wat te slapen. Mij lukt dat niet. Ik heb mijn fietstocht erop zitten. Morgen nog wat, maar: niet meer koken langs de weg of in het veld. Het tentje blijft ingepakt.
Een tocht als deze Limesroute gaat om het reizen, minder om de bestemming. Hoewel het fietsen naar en in Roemenië wel een gekoesterde wens was. Zoveel weken op pad, door vijf landen, bracht veel aan indrukken, ervaringen en het belangrijkste, de ontmoetingen. Maar ook een leegte, zoveel dagen alleengaand en - van huis. Vrij, met zo’n tent, maar nergens thuis. Een ontheemd bewustzijn is het. Ver van huis, van mijn mokum. Ik herlees een boek dat ik in 1983 kocht. Een huis is: ”Het eigen domein midden in de wereld, een burcht in de storm van de tijd, een toevluchtsoord, een tempel. Het rust niet op de wankele basis van wisselende gebeurtenissen in het openbare leven, het rust in God.” Het boek haalt de woorden van Bonhoeffer aan over zijn ouderlijk huis. In deze nacht verrast de tekst mij. Want niet alleen ben ik nu de oudere ouder, maar is dít het (t)huis dat wij in de jaren hebben gebouwd, onze ruimte van geborgenheid, toevluchtsoord voor onze kinderen en voor diegenen die ons lief zijn: huis van vrede, stilte, vreugde, liefde. Ons mokum.
Dat onderscheid me van de nomaden. Het spijt me voor je, Romafamilie, ik ben niet je collega. Onze paden kruisten elkaar voor de glimlach. Ik wens je al het goede toe.
De trein stopt, de loc rangeert en gaat verder in tegenstelde richting. Dat herhaalt zich nog een aantal keren. Na Boekarest in noordelijke richting en via Ramnicu Valcea naar Sibiu. Een jonge medepassagier na het horen van mijn reisdoel, maakt me erop attent dat de voorlaatste statie (halte) voor Sibiu, Ciinenii is. Dat is maar 14 km verwijderd van Bumbuesti, weet zij. De conducteur bevestigt de halteplaats, de trein zal om 6.11 uur daar zijn. Het spoor loopt door het nauwe (rivier)dal van de (raul) Valc, en maar een paar honderd meter van dit station is de brug over de rivier, zodat een trip over de drukke provinciale weg naast dit spoor kan overgeslagen. Veel veiliger en bespaart twee keer 75 km fietsen. Dit staat mij wel aan, het is mooi geweest.
De trein stopt tien minuten eerder dan de conducteur had gezegd. Die ligt ergens te slapen, waarschijnlijk, want niet meer te bekennen. In de coupe reageren alle aanwezigen op mijn vraag en op elkaar, maar niemand weet of wij nu bij de halte zijn. Naast me roept iemand naar een hoofd dat uit een andere wagon steekt. Door de geopende deur kan ik het stationsgebouw niet onderscheiden, daarvoor is het te ver weg en te donker. Verlichting is er niet, een haltebord vindt je alleen aan de gevel. Op de kleinere stations bestaat het perron uit niet meer dan een rijtje stoeptegels langs en op hoogte van de rails. Die stoeptegels waren wel te onderscheiden, enkele meters verder. De trein is met acht wagons is te lang? Ik besluit uit te stappen, daartoe aangemoedigd door de andere reizigers. Het gras onder mij is een stuk lager dan de vloer waarop ik sta: eerst de tassen, de waterfles en de tent naar beneden brengen. Niemand anders stapt uit, de machinist kijkt vanuit zijn deuropening toe en wacht op mij. Dan de fiets: achteruit naar buiten zodat de fiets balanceert op de trapas. Een passagier houdt het stuur even vast, terwijl ik naar beneden klim en de fiets verder uit de wagon til. Tassen er weer op, door het gras en dwars over spoorrails naar het verharde ‘perron’ en naar het gebouw dat inderdaad het station blijkt te zijn. Er is zelfs een perronwachter in een klein kantoor. Een enkel peertje verlicht zijn werkruimte. Het is donker en het regent. Het is 25 gr kouder dan twaalf uur geleden, bij het instappen. Ik trek regenkleding aan en rijd weg. De stationswachter heeft zijn licht weer uit gedaan.
Twaalf kilometer stijl klimmen en dalen over piatra (riviersteen). Er is geen andere weg door dit gebergte van de Munte Facaras. Koeien zijn de enige weggebruikers die ik tegenkom. Vanaf Boisoara gaat het wegdek zomaar over op een asfaltweg. tot in ‘centru’ Bumbuesti. Tegen half negen sta ik voor de poort en roep. Blij verrast stapt Floare (Bloeme) uit haar zomerkeuken: “bine, bine ati venit!” en met haar 1,50 mtr hangt ze bijna aan mijn nek. Ze was op de hoogte van mijn mogelijke komst. Direct zet zij water op voor de koffie. Tassen van de fiets, die moet de ‘schuur’ in, haar opslag voor de wintervoorraad onder het huis. Dit weerzien is het echte sluitstuk van mijn Limesavontuur. We drinken koffie. Floare prijst zich gelukkig met -onderwijl slaat zij een kruis- haar leven, haar gezondheid, haar kinderen en kleinkinderen met wie het allemaal goed gaat, en met de opbrengst van haar moestuin en akkers, die zij goeddeels nog zelf kan onderhouden.
Het is beter een goudstuk te verliezen dan een ogenblik. Dit er zo een, van elkaar aanzien, de goede verstandhouding. En buitengewoon, om het geluk te mogen smaken opgenomen te zijn in de kring van intimi van deze sterke moeder. Ik ga me wassen en even slapen, zij gaat eten bereiden in de zgn zomerkeuken, buiten het huis. De tekst van mijn tefilat ha’dereg, mijn reisgebed herlees ik met dank: “Moge het Uw wil zijn, Eeuwige onze God en God van onze vaderen, laat ons gaan in vrede en laat ons aankomen op de bestemming van onze wens in vreugde en vrede, en bewaar ons voor vijandigheden en alle andere gevaren die zich kunnen voordoen in deze wereld, en breng zegen in alles wat onze handen doen, en moge wij genade vinden in uw ogen, barmhartigheid en ontferming, en in de ogen van allen die ons zien. Hoor ons bidden, want U bent God die onze gebeden hoort. Gezegend bent U die gebeden verhoort.” Als ik opsta heeft Floare het eten klaar: soep-met griesmeel en dient zij ook nog een bord op met puree en gerookt vlees. Pofte buna! We eten inderdaad met veel smaak en met vreugde, buiten aan een tafeltje en op krukjes. Het bord waarvan ik eet is meer dan honderd jaar oud, verteld ze. Het tafelkleed ook. Floare eet uit een geëmailleerd schaaltje, zoals ze dat gewend is en waarin zij bewaart wat van de tafel over blijft.
Elk jaar, in november, wordt het varken geslacht dat vanaf het voorjaar is vetgemest. Haar familie koopt de big, want heel de familie eet hiervan en helpt haar bij de slacht. Geslacht, gezouten, gerookt en in reuzel bewaard. Dit is een gebruik. Zij heeft daarmee altijd iets te eten in huis, dat snel kan worden opgewarmd. In reuzel bakt zij eieren, zoals nu, ’s morgens voor mijn ontbijt. Zelf eet ze op een andere tijd. Drie weken geleden heeft zij veel bezoek gehad, een fles met 2,5 liter bier was overgebleven. Die moet nu open gemaakt. Geen bezoek blijft onopgemerkt in het dorp, buren komen groeten. Zij krijgen ook een glas.
Bij Floare blijf ik tot dinsdag, haar 85e verjaardag. Dinsdag ga ik naar Brasov, daar verwacht een ander lid van de familie mij, bij hem logeer ik tot aan mijn vertrek naar huis.
Floara heeft vriendinnen, die komen een praatje maken en een, die 25 jaar jonger is, doet dat drie keer per dag. Zij ziet naar Floare om, noaberschap, op z’n Achterhoeks, vroeger. De grote fles bier komt weer op tafel, want die is nog niet leeg. Het tijdstip van de dag is daaraan ondergeschikt. Het leven hier is overleven. Eten en drinken is van het allergrootse belang en waarvoor hard met de hand moet worden gewerkt op het land.
Vandaag, maandag, alle kleden en dekens naar buiten gebracht en samen met haar uitgeschut en in de zon gehangen. Behalve veel stof daarmee ook de insecten verwijderd, hoop ik, die vannacht zich aan mij tegoed hebben gedaan. Floara heeft geen stofzuiger, nooit gehad, zoals iedereen in het dorp.
Helaas waren er nog een paar anderen achtergebleven in de divan waarop ik slaap, die in de nacht weer vrij spel hadden. Mijn rug, schouders, taille en armen zien er niet uit en de jeuk bijna niet te bestrijden. Floara heeft nergens last. Ik zing voor haar verjaardag. Ze heeft om zeven uur de koffie al klaar, eitje gebakken, brinze erbij en nog een worstje uit de reuzel gehaald en opgewarmd. Plak brood erbij. Met dit ontbijt hoef ik hele dag niet meer te eten. Allerlei gelukwensen krijg ik en moet ik overbrengen. Zij geeft me een gehaakt kleedje, dat zij in haar schooltijd heeft gehaakt. “Voor onder de kandelaar.”
Floara wil ook nog pot vlees in reuzel meegeven, maar begrijpt dat de bagage op de fiets beperkt moet blijven. Helaas. Afscheid. Floara is een beetje geëmotioneerd, ik ook. Het was een allerhartelijkst weerzien en uitzonderlijk, om hier met mijn fiets te zijn. A Dieu Floare!
Terug naar het station, de mist trekt op en de lucht ziet prachtig blauw. Bij daglicht ziet het station er wel leuk uit. De trein die komt is nieuw, en gaat rechtstreeks naar Brasov. Er is plaats voor de fiets, trenul foarte comfortabil!
In drie uur in Brasov! Mijn gastheer staat al te wachten, ik fiets achter hem aan naar zijn appartement in de stad. Hij heeft ook weer heerlijk eten klaargemaakt, ik word verwend.
Vanaf hier bereid ik mijn thuisreis voor. Mijn fiets gaan we transport-klaar maken en gestald tot hij wordt opgehaald, op de 22e of daaromtrent. De 23e ga ik met een minibus naar Boekarest en vlieg ik terug naar Amsterdam. Mijn fiets volgt een week later, thuis bezorgd.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Roemenië, Braşov

Henk

Actief sinds 14 Juni 2014
Verslag gelezen: 315
Totaal aantal bezoekers 9611

Voorgaande reizen:

27 Juni 2014 - 31 Augustus 2014

De Limes route

Landen bezocht: