Op pad XI - Reisverslag uit Roşiori, Roemenië van Henk Vriend - WaarBenJij.nu Op pad XI - Reisverslag uit Roşiori, Roemenië van Henk Vriend - WaarBenJij.nu

Op pad XI

Blijf op de hoogte en volg Henk

11 Augustus 2014 | Roemenië, Roşiori

Naar Lunca-Ilvei is een weg van 50 km langs vele steen-delvers. Basalt en graniet lijkt het, en heel veel stof. Moderne, zware vrachtwagens denderen langs huisjes die op hun grondvesten staan te schudden. Lunca heeft een station, vandaar met de trein naar Vatra Dornei. (Vatra aan de Dorna.) Een stukje van 56 km, maar waar de trein bijna een uur over doet. Zeven lei (1, 75) kost het biljet. Voor dat geld helpt in de trein de conducteur of wie dan ook niet om de fiets op 1.60 m hoogte door de deuropening te krijgen, dan een Roma deerntje die net uit de trein was gezet. Zij gaf even het helpende duwtje, ik zag prachtige ogen in een lachend gezicht. Een mens wordt oud en sterft. De titel van een boekje komt in gedachten bij het zien van een vervallen huis. Dat vergaat, er is niemand meer om het te bewonen. Niets is hier blijvend. Vandaag een korte ontmoeting met twee andere wereldfietsers, een vader en zoon, uit Californie: “u bent de vijfde die we tegenkomen.” Ik stap even af: Sinds? “China!” Nu zeven maanden onderweg. Ze moeten nog even want ze gaan de wereld rond. “U bent er bijna.” Zo is het maar net, nog ruim vijfhonderd te gaan naar Constanta. Dit Roemeens Moldavië tekent zich door een heel ander land(schap). De route slingert door het nauwe rivierdal van de Bistrita, met links en rechts hoge bergen vol kaarsrechte bomen. Zaterdag, ook een Romafamilie begeeft zich al vroeg op pad. Er klimmen acht kleine en iets grotere mensen op de carouta. (wagen voortgetrokken door paard) Ik begroet hen. Zij mij: “collega!” Met het hoofd in de wolken, zo laag hangen zij. Ik ben op 700 m. Het geurt en kleurt. De schoonheid van al die kleine akkertjes. Van stenen ontdaan geeft het nu zijn opbrengst Ik heb meer op met agricultuur dan natuur. ‘Van de Heer is de aarde en wat haar vervuld. Want zelf heeft Hij haar op zeeën gegrondvest, haar verankerd op rivieren.” Al deze rivieren maken het leven(dig). Sjabath shalom. Van overal komt water uit de bergen. Ik ga even zitten luisteren, zoals je bij de branding aan de kust kan doen. Ik begrijp -denk ik- hoe Enescu zijn Ballade kon componeren, Moldava was zijn geboortestreek. In Farcasa een warm onthaal. Direct wordt een maaltijd bereid van alle goeds van het land, de kip en de koe. Het is een uur, de rest van de dag rust. Lekker lang liggen lezen. Mijn gastheer is al vroeg in de weer met het klaarmaken van het voer voor alle levende have. Ik bijgevolg ook wakker. Na een heerlijk ontbijt krijg ik de rest van de brinza (jonge kaas) mee voor onderweg. Voor achten al weer op pad, de wind is fris, de wolken rond de bergtoppen trekken op. De herfst begint hier waarschijnlijk wel vroeg. Langs de weg is al een grote hoop zout gestort. Langs bergen en langs dalen. Veel klimmen, 150 m in vier km, drie keer achtereen tot 700 m hoogte. Frumoasa (mooi)! Het meer is een stuwmeer, de dam is bij Bicaz. Ik verlaat de rivier en ga in oostelijke richting, naar Piatra Neamt. Dit Moldavaa wordt vlakker, al zijn er nog wel klimmetjes. Het zijn de uitlopers van de Karpaten, het landschap verandert in weiden en akkerbouw; geen bossen meer. Ik strijk neer in Turturesti. “Geen kamer vrij.” Mag ik mijn tent in de tuin opzetten? “Ja, toch: er is een kamer vrij, maar een van de drie bedden is nog niet verschoond.” Ik heb genoeg aan een van de andere twee. De kamer meet wel zes bij zes. Voldoende. De fiets mag in de hal van de zij ingang staan, de deur op slot. Prettig, want dan hoeft niet alle bagage naar de kamer. Ik berg twee tassen in de balie, uit zicht voor bezoekers die het toilet zouden kunnen bezoeken dat annex deze ruimte is Voor achten weer de deur uit. Een auto staat geparkeerd pal achter de deur. De fiets kan er maar net langs. Een minuut op weg en uit een auto vraagt iemand: “Netherlands?”en hij stopt daarna. De heren willen een contact in Nederland, voor afzet van hun planten. We wisselen email adressen uit en ieder gaat zijns weegs. Tegen het middaguur ontdek ik dat er niets valt te eten: de voortassen heb ik vergeten. Altzheimer light? Die tassen liggen nog achter de balie van dat pension en ik ben inmiddels al 60 km daar vandaan. Terug fietsen is geen optie. Ik doe een minibar aan om wat te drinken. De jongens die daar zitten vertel ik dat ik mijn tassen wil halen. Zij weten raad, er wordt even rondgebeld, en een broer van een van hen komt mij halen. De eigenaresse van de minibar wijst me een plaats aan waar de fiets gestald kan worden, achter het huis. “Dit is safe”, verzekerde ze me. Wij rijden samen terug, de tassen liggen er nog, nog niet eens opgemerkt. Opgelucht gaan we weer retour, in amper twee uur terug in de minibar Vlad is zijn naam, hij is onderwijzer. Hij gaat trouwen met de dochter van de eigenaresse van de minibar. Ik vergoed zijn diensten en we drinken wat ten afscheid. Na dit dorp houdt het asfalt op, acht km over piatra (riviersteen), wel met prachtige vergezichten over enorme akkers. Er blijken nog dorpen te liggen aan deze weg. De enige luxe in deze dorpjes lijkt een waterpunt voor de deur. Ik mis een afslag en bemerk dit in een volgend dorp. Negen kinderen verzamelen zich om mij heen, mijn fiets is een bezienswaardigheid. Twee km extra over piatra. Geen pension of camping in deze contreien. De afspraak is om niet wild te kamperen, maar in deze verlatenheid is de verleiding groot. Ik daal de heuvel weer af een dorp binnen. In een magazine-mixt koop ik een ijsje en vraag mijn tent op te mogen zetten in de tuin. Alle aanwezigen gaan erop in, de uitslag is dat ik een km verderop moet gaan. Daar is een politiepost en daartegenover een huis met een grote (gras)tuin. Een van de mannen gaat mij vooruit. Bij de politiepost wacht de politie me al op. “Waar kom je vandaan en waar ga je heen?” Diepzinnige vragen toch. Legitimeren blijkt ook nodig. Maar verrassend, dan wijst hij op een klein stukje gras in de voortuin van de politiepost: “is dit ook goed?” Daar lig ik nu, in de Strada Principala (dorpsstraat), in de voortuin van het politiebureau. Zijn gezin is belangstellend en warm. Voor zijn twee kinderen heb ik een presentje, prompt komt vader even later met een fles honing. Hij is ook nog imker. Ik maak mijn maaltijd klaar, kook soep en doe daar kaas bij. Alles onder grote belangstelling van de kinderen. De vrouw des huizes vindt dat toch maar niets en maakt marmalica klaar. Een dikke maisbrei, met geitenkaas en gebraden kippenpoten. Zit ik twee uur later na mijn maaltijd aan tafel bij dit hartelijke gezin. Vanavond slaap ik in met een zin uit het reisgebed: “laat ons aankomen op de bestemming van onze wens in het leven in vreugde en vrede (…) Gezegend bent U, Eeuwige, die gebeden verhoort.”


  • 12 Augustus 2014 - 20:17

    Frens En Gozien:

    Een klein mens in deze hele grote wereld zijn wij. Oneindig groot, onmetelijk prachtig, daar moeten we zuinig op zijn.
    Dat je toch zoveel verschillende en verscheidene mensen tegenkomt. geweldig

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Roemenië, Roşiori

Henk

Actief sinds 14 Juni 2014
Verslag gelezen: 342
Totaal aantal bezoekers 9579

Voorgaande reizen:

27 Juni 2014 - 31 Augustus 2014

De Limes route

Landen bezocht: